Spoor 1 of toch spoor 2?
Werkgevers moeten zieke werknemers in eerste instantie re-integreren binnen hun eigen organisatie (artikel 7:658a lid 1 BW). Ook wel bekend als ‘spoor 1'. Als de mogelijkheden binnen spoor 1 voor de zieke werknemer niet haalbaar blijken, dan moet ook buiten de organisatie van de werkgever naar de re-integratiemogelijkheden worden gekeken (ook wel het spoor 2 traject genoemd). Veelal zal het duidelijk zijn wat de ‘omvang’ van spoor 1 is en welke re-integratieactiviteiten onder spoor 2 vallen. Er zijn echter organisaties die dusdanig groot zijn, dat het onderscheid tussen de eigen organisatie en ‘buiten’ de organisatie, soms minder duidelijk is en daarover onmin met het UWV kan ontstaan in het kader van de RIV-toets.
Dit was aan de orde in de kwestie bij de Centrale Raad van Beroep van 2 december 2021. In deze kwestie is aan een gerecht (verder: rechtbank) door het UWV een loonsanctie opgelegd, omdat de rechtbank niet alle mogelijkheden voor de zieke senior administratief medewerker binnen spoor 1 heeft onderzocht. Volgens het UWV omvat spoor 1 het volledige Ministerie van Justitie en Veiligheid, maar volgens de betreffende rechtbank behelst spoor 1 enkel de organisatie van de (lokale) rechtbank.
De Raad moet aldus de vraag beantwoorden of spoor 1 het volledige Ministerie van Justitie en Veiligheid omvat, of de lokale rechtbank.
Omvang van spoor 1
De Raad zet in deze uitspraak eerst het juridisch kader uiteen op grond waarvan het UWV een loonsanctie kan opleggen, waarna de Raad vaststelt dat deze regels (inclusief de Werkwijzer Poortwachter) ook van toepassing zijn op een overheidswerkgever (zoals een rechtbank).
In de Werkwijzer Poortwachter is over de grens tussen spoor 1 en spoor 2 het volgende richtsnoer gegeven:
“Bij het begeleiden van de werknemer bij de verwerving van geschikt werk wordt ook gekeken naar andere, met de eigen onderneming verbonden organisaties, bijvoorbeeld in een holdingstructuur. In dat geval wordt de beoordeling of er sprake is van een eerste- of een tweede spoor re-integratietraject bepaald door de mate waarin beide ondernemingen als afzonderlijke organisaties herkenbaar zijn. Ongeacht een wellicht administratieve onafhankelijkheid zal een dergelijk re-integratietraject eerder als een re-integratie in Spoor 1 moeten worden aangemerkt naarmate de ondernemingen zich meer als één organisatie presenteren of gedragen en/of naar mate zij meer gebruikmaken van gemeenschappelijke diensten (zoals een gezamenlijke personeelsdienst).”
Volgens de Raad is in het geval van de rechtbank in onderhavige casus sprake van een min of meer zelfstandige organisatie en heeft de lokale rechtbank zelf aldus als spoor 1 te gelden en niet – zoals het UWV stelde – het volledige Ministerie van Justitie en Veiligheid. De Raad geeft hiervoor de volgende redenen:
- Het gerecht is zelfstandig bevoegd tot het aanstellen of herplaatsen van ambtenaren enkel binnen het eigen gerecht;
- Een gerecht functioneert binnen de overkoepelende organisatie van De Rechtspraak als zelfstandig organisatieonderdeel: elk gerecht heeft een eigen begroting met jaarplan, heeft een eigen afdeling personeelszaken, voert een eigen vacature- en aannamebeleid en zijn als aparte entiteit binnen De Rechtspraak kenbaar;
Ondanks dat een lokale rechtbank organiek onderdeel uitmaak van De Rechtspraak en dus het ministerie van Justitie en Veiligheid, opereert een lokale rechtbank min of meer zelfstandig en kan zij niet zonder toestemming van derden een gerechtsambtenaar binnen V&J herplaatsen. De lokale rechtbank kon daarom volgens de Raad worden gevolgd in haar standpunt dat de re-integratie-inspanningen binnen de eigen rechtbank hadden te gelden als spoor 1 activiteiten.
Hoe dan ook helpt dit oordeel van de Raad de betreffende rechtbank niet: de Raad is van mening dat het gerecht ten onrechte geen spoor 2 traject heeft ingezet en dat de loonsanctie dus terecht is opgelegd.
Belang van deze uitspraak voor grote werkgevers
Deze uitspraak van de Raad geeft een mooi beeld van de reikwijdte van spoor 1. Voor grote werkgevers is het van belang er bewust van te zijn dat niet altijd sprake hoeft te zijn van een zeer omvangrijke re-integratieverplichting in spoor 1, mits een organisatie zich naar buiten toe min of meer als zelfstandige organisatie presenteert en een grote mate van zelfstandigheid van een organisatieonderdeel kan worden aangetoond. Dat kan namelijk het verschil maken tussen het wel of niet adequaat onderzoeken/afsluiten van spoor 1.
Vanzelfsprekend geldt ook in dat geval, dat als er binnen spoor 1 geen re-integratiemogelijkheden zijn, alsnog buiten de eigen organisatie moet worden onderzocht of er re-integratiemogelijkheden zijn voor een zieke werknemer en een adequaat spoor 2 traject moet worden afgerond.